§3.1 Organismen en hun omgeving
-
Intro
-
Organisatieniveaus
-
Voedselketen & voedselweb
-
Piramides van aantallen en biomassa
-
Accumulatie
<
>
Wat is ecologie eigenlijk?
Alle organismen worden beïnvloed door hun milieu, maar het milieu wordt ook beïnvloed door de organismen. In de ecologie bestuderen wij alle relaties tussen organismen en hun milieu.
Deze invloeden vanuit het milieu kunnen we in twee groepen verdelen. De invloeden vanuit de levende natuur noemen we Biotische factoren. Een roodborstje wordt beïnvloed door insecten die hij kan vangen en roofdieren die hij moet ontwijken.
De invloeden die afkomstig zijn vanuit de levenloze natuur noemen we Abiotische factoren. Zo wordt het roodborstje ook beïnvloed door de temperatuur, het licht, de wind, regen etc.
Deze invloeden vanuit het milieu kunnen we in twee groepen verdelen. De invloeden vanuit de levende natuur noemen we Biotische factoren. Een roodborstje wordt beïnvloed door insecten die hij kan vangen en roofdieren die hij moet ontwijken.
De invloeden die afkomstig zijn vanuit de levenloze natuur noemen we Abiotische factoren. Zo wordt het roodborstje ook beïnvloed door de temperatuur, het licht, de wind, regen etc.
Organisatieniveau's
Binnen de biologie werken wij met verschillende organisatieniveau's.
In de voorgaande jaren hebben wij al een aantal van deze niveau's bekeken. Zo weten we dat een molecuul de kleinste biologische eenheid binnen de biologie.
Binnen de ecologie is kleinste organisatieniveau waar we naar kijken het individu.
In de voorgaande jaren hebben wij al een aantal van deze niveau's bekeken. Zo weten we dat een molecuul de kleinste biologische eenheid binnen de biologie.
Binnen de ecologie is kleinste organisatieniveau waar we naar kijken het individu.
In de vorige paragraaf heb je geleerd over de relaties tussen organismen en hun milieu. Je hebt geleerd dat zowel biotische- als abiotische factoren invloed hebben op organismen. In de ecologie worden deze relaties op verschillende niveaus bestudeerd. Je kunt kijken naar individuen, populaties, leefgemeenschappen en natuurlijk hele ecosystemen.
In deze paragraaf gaan we ons richten op de Biotische factoren binnen een ecosysteem, namelijk andere organismen.
De verschillende populaties binnen een ecosysteem hebben op veel manieren met elkaar te maken. Vooral de voedselrelaties zijn belangrijk.
Maar wat zijn dan die voedselrelaties? Hoe kun je die voedselrelaties zichtbaar maken? Dat ga je in deze paragraaf leren!
In deze paragraaf gaan we ons richten op de Biotische factoren binnen een ecosysteem, namelijk andere organismen.
De verschillende populaties binnen een ecosysteem hebben op veel manieren met elkaar te maken. Vooral de voedselrelaties zijn belangrijk.
Maar wat zijn dan die voedselrelaties? Hoe kun je die voedselrelaties zichtbaar maken? Dat ga je in deze paragraaf leren!
In de ecologie kijken we dus naar de relaties tussen organismen. In iedere relatie hebben de organismen een bepaalde rol.
Denk maar eens aan de relatie die je met je ouders hebt. In die relatie heb jij de rol als kind.
Denk maar eens aan de relatie die je met je ouders hebt. In die relatie heb jij de rol als kind.
In voedselrelaties kijken we naar welke relatie een organisme vervult op het gebied van voedsel. Eet het ene organisme het andere op? dan is de rol van het organisme dus consument. Maar misschien word het organisme zelf opgegeten en heeft het organisme dus de rol als voedsel. Of misschien wel beide.......
Ook in voedselrelaties vervult een organisme soms wel meerdere rollen. Om duidelijk te maken wat de rol van een organisme is maken we gebruik van voedselketens en voedselwebben.
Alle organismen in een ecosysteem hebben met elkaar te maken omdat ze op een of andere manier een voedselrelatie met elkaar hebben en dus hebben al deze organismen invloed op elkaar. Maar waar moet je beginnen om al deze voedselrelaties in kaart te brengen?
In een ecosysteem vormen alle voedselrelaties samen een voedselweb. Jullie hebben in de opdracht een dergelijk voedselweb moeten maken van een ecosysteem in de buurt van de school.
Een voedselweb is over het algemeen moeilijk te bestuderen. Dat is dan ook de reden dat we groepen organismen indelen. Zo maken we onderscheidt tussen producenten, consumenten vvan de eerste orde, consumenten van de tweede orde, consumenten van de derde orde etc. De organismen die binnen een ecosysteem niet meer worden opgegeten door een ander organisme ( bovenaan de voedselketen) noemen we een toppredator. Over het algemeen is de groep van de producenten het grootst en zijn de schakels erboven steeds kleiner. Zo vormt dit een piramide.
Een voedselweb is over het algemeen moeilijk te bestuderen. Dat is dan ook de reden dat we groepen organismen indelen. Zo maken we onderscheidt tussen producenten, consumenten vvan de eerste orde, consumenten van de tweede orde, consumenten van de derde orde etc. De organismen die binnen een ecosysteem niet meer worden opgegeten door een ander organisme ( bovenaan de voedselketen) noemen we een toppredator. Over het algemeen is de groep van de producenten het grootst en zijn de schakels erboven steeds kleiner. Zo vormt dit een piramide.
Een piramide van aantallen heeft niet altijd een piramidevorm. In een ecosysteem kan bijvoorbeeld 1 boom staan en heel veel planteneters. Daarom wordt er vaak een piramide van Biomassa gemaakt. Deze heeft namelijk vrijwel altijd een piramidevorm