§6.4 vruchten en zaden
In de vorige paragraaf hebben we geleerd dat er na de bevruchting in het zaadbeginsel een of meerdere zaden ontstaan. Het vruchtbeginsel is het begin van een vrucht. Vruchten zijn er in alle soorten en maten en hebben ook specifieke functies bij de bescherming en verspreiding van de zaden.
-
Een vrucht
-
Verschillende vruchten
<
>
Na de bevruchting verandert er veel in een bloem. In het vruchtbeginsel beginnen een of meerdere zaadbeginsels te groeien. Alleen de zaadbeginsels waarin de eicellen zijn bevrucht groeien uit tot zaden. De andere zaadbeginsels in het vruchtbeginsel verschrompelen. Het vruchtbeginsel wordt groter en groeit uit tot een vrucht. De zaden bevinden zich dan in de vrucht. |
De vrucht van een bogenplant heet een peulvrucht. In afbeelding 1. zie je de veranderingen bij een bloem van een bonenplant:
1. De bloem voor bevruchting.
|
2. Na de bevruchting beginnen het vruchtbeginsel en de zaadbeginsels te groeien.
|
3. De kroonbladeren en de meeldraden vallen af, het vruchtbeginsel wordt steeds langer.
|
4. De bloemkelk en de stijl verschrompelen, er blijft alleen een restant over, de zaadbeginsels worden groter.
|
5. Als de boon rijp is, wordt de zaadhuid donkerder. Uiteindelijk breekt de vrucht open en komen de zaden vrij.
De bloem van een sperzieboon staat op een bloemsteel. De sperzieboon gaat door zijn gewicht aan dat steeltje hangen. De kroonbladeren en de meeldraden zijn afgevallen. Aan de kant van het steeltje blijft nog een restant van de bloemkelk zitten. Aan de andere kant van de sperzieboon zit een restant van de stijl. |
Sommige vruchten bevatten vruchtvlees: het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht. In afbeelding 2. zie je de ontwikkeling van een bloem tot vrucht bij een appel.
In afbeelding 3. zie je de ontwikkeling van een bloem tot een vrucht bij een sinaasappel
In sommige vruchten zit maar één zaad, in andere vruchten zitten meerdere zaden. Een meloen kan zelf wel meer dan honderd zaden bevatten terwijl een pruim er slechts één heeft. Voor elk van deze zaden is de kern van een stuifmeelkorrel in het zaadbeginsel versmolten met de kern van een eicel. |
Appels, kersen, tomaten en peulen zijn vruchten. Bonen erwten en de pitten in de appels, kersen en tomaten zijn de zaden. |
Als deze vruchten overrijp raken, gaan ze fermenteren. Hierbij worden de suikers in de vruchten omgezet in alcohol. Mensen gebruiken dit principe om bijvoorbeeld wijn te maken. Ook vruchten die op de grond liggen gaan op ten duur fermenteren en kunnen dan ook door dieren worden opgegeten. Dit geeft misschien grappige beelden, maar kan ook schadelijk zijn voor dieren.