4.4 de oren
Klik op de link hierboven om deze les voor te bereiden. Kijk de filmpjes en beantwoordt de vragen. De antwoorden neem je mee naar de les. Succes!
welke naam hoor jij ?
En? Wat hoorde jij?
In §4.1 "reageren op je omgeving" hebben we geleerd dat niet iedereen prikkels op dezelfde manier verwerkt in de hersenen. Je waarneming kan beïnvloed worden door onder andere gewenning en motivatie. Maar je hersenen kunnen je ook voor de gek houden.
Het filmpje hierboven laat zien dat jongere kinderen vaak gevoeliger zijn voor hoge tonen. In het filmpje hoor je een audiofragment wat (door een verkeerde opname te maken) veel ruis bevat. Dat wil zeggen veel hoge tonen en lage tonen door elkaar heen. Dan is het maar net wat jij beter hoort!
Alle prikkels samen zorgen voor een bepaalde waarneming. Denk maar aan reuk en smaak. Zo werkt het natuurlijk ook met je gehoorzintuig. Naar mate we ouder worden kunnen we steeds minder goed horen. Met name het horen van de hoge tonen gaat het eerst achteruit. Je krijgt dan natuurlijk minder prikkels binnen, maar wat er over blijft kan ineens iets heel anders betekenen.
In je oren zit onder andere je gehoorzintuig, maar hoe werkt dat nou eigenlijk?
In deze paragraaf leer je wat geluid is en hoe je oren dat om kunnen zetten in impulsen.
We gaan kijken uit welke delen de oren bestaan en wat hun functie is.
In §4.1 "reageren op je omgeving" hebben we geleerd dat niet iedereen prikkels op dezelfde manier verwerkt in de hersenen. Je waarneming kan beïnvloed worden door onder andere gewenning en motivatie. Maar je hersenen kunnen je ook voor de gek houden.
Het filmpje hierboven laat zien dat jongere kinderen vaak gevoeliger zijn voor hoge tonen. In het filmpje hoor je een audiofragment wat (door een verkeerde opname te maken) veel ruis bevat. Dat wil zeggen veel hoge tonen en lage tonen door elkaar heen. Dan is het maar net wat jij beter hoort!
Alle prikkels samen zorgen voor een bepaalde waarneming. Denk maar aan reuk en smaak. Zo werkt het natuurlijk ook met je gehoorzintuig. Naar mate we ouder worden kunnen we steeds minder goed horen. Met name het horen van de hoge tonen gaat het eerst achteruit. Je krijgt dan natuurlijk minder prikkels binnen, maar wat er over blijft kan ineens iets heel anders betekenen.
In je oren zit onder andere je gehoorzintuig, maar hoe werkt dat nou eigenlijk?
In deze paragraaf leer je wat geluid is en hoe je oren dat om kunnen zetten in impulsen.
We gaan kijken uit welke delen de oren bestaan en wat hun functie is.
Leerdoelen: Aan het eind van deze les kun je
- beschrijven wat geluid is en maak je hierin onderscheidt tussen hoog/ laag geluid en hard/ zacht geluid. Maak daarbij gebruik van de begrippen trillingen, snel, langzaam, grote uitslag, kleine uitslag, frequentie;
- beschrijven welke weg geluid aflegt vanaf de adequate prikkel tot aan de verwerking in de hersenen, waarbij je gebruik maakt van de begrippen Oorschelp, gehoorgang, Trommelvlies, gehoorbeentjes, slakkenhuis en gehoorzenuw;
- de delen van het oor benoemen met hun functies en kenmerken, te weten;
- Oorschelp—> vangt geluiden op
- Gehoorgang —> geleidt geluiden naar het trommelvlies
- Oorsmeerkliertjes —> produceren oorsmeer, dat het trommelvlies soepel houdt.
- Trommelvlies —> vlies wat door het geluid in trilling wordt gebracht.
- Buis van Eustachius —> verbindt de trommelholte met de keelholte. Bij het slikken of gapen gaat de buis van Eustachius open waardoor de luchtdruk aan beide zijden van het trommelvlies gelijk wordt.
- Trommelholte —>holte achter het trommelvlies gevuld met lucht.
- gehoorbeentjes —> Hamer, aanbeeld, stijgbeugel. Geven respectievelijk de trillingen door van het trommelvlies tot het venster in het slakkenhuis.
- Slakkenhuis —> bevat een vloeistof en zintuigcellen. Onder invloed van trillingen van de vloeistof ontstaan er in de zintuigcellen impulsen.
- Gehoorzenuw —> geleidt impulsen van de zintuigcellen naar de hersenen.
Oorsmeer(ig)
Les §4.4 De oren
Als je de les gemist hebt of je wilt nog een keer de uitleg horen, kijk dan onderstaand instructiefilmpje.