ยง5.2 Voelen, ruiken & proeven.
in de vorige paragraaf hebben we geleerd dat we prikkels uit onze omgeving kunnen opvangen met onze zintuigen. We hebben ook gezien dat er in de huid een aantal zintuigcellen zitten die ons helpen om de wereld om ons heen te kunnen waarnemen.
Daarnaast heeft de huid nog meer functies. In deze paragraaf gaan we leren dat de huid ook zorgt voor bescherming, regeling van de lichaamstemperatuur en vetopslag.
Daarnaast heeft de huid nog meer functies. In deze paragraaf gaan we leren dat de huid ook zorgt voor bescherming, regeling van de lichaamstemperatuur en vetopslag.
-
De huid
-
De opperhuid & lederhuid
-
Lichaamstemperatuur & brandwonden
-
Ruiken & Proeven
<
>
Als je aan organen denkt zal je niet zo snel aan de huid denken. Toch is de huid je grootste orgaan.
Klik op de rode nummers voor uitleg over het onderdeel van de huid.
De opperhuid
De opperhuid bestaat ook uit twee delen: de hoornlaag en de kiemlaag.
De hoornlaag bestaat uit resten van dode cellen. Het beschermt je lichaam tegen uitdroging en tegen ziekteverwekkers zoals virussen en bacteriën. De hoornlaag slijt aan de buitenkant steeds af. De kiemlaag bestaat uit levende cellen. In de onderste laag worden steeds nieuwe cellen gevormd die de oudere cellen naar boven duwen richting de hoornlaag. Daardoor schuiven de cellen van de kiemlaag naar buiten. Deze cellen gaan dood en zullen via de hoornlaag afslijten. |
De lederhuid
Onder de lederhuid ligt het onderhuids bindweefsel. Hier ligt vet in opgeslagen wat dient als reservevoedsel en als isolerende laag. Door de isolatie verliest je lichaam niet te veel warmte.
|
De temperatuur van je lichaam is gemiddeld ongeveer 37 graden Celcius. Dit is de beste temperatuur voor de organen en processen in je lichaam. Als je hard aan het sporten bent kun je flink gaan zweten. De zweetkliertjes in de lederhuid produceren dan zweet. Door de verdamping van dit zweet koelt je lichaam weer een beetje af. Hierdoor helpt de huid bij het regelen van de lichaamstemperatuur. |
Ook de bloedvaatjes in de huid helpen bij de regeling van de temperatuur. Is de lichaamstemperatuur te hoog, dan neemt de doorbloeding toe. De bloedvaatjes in de huid worden wijder zodat er meer bloed door kan stromen. Het bloed geeft de warmte af aan de huid. Je huid geeft de warmte weer af aan de lucht en je lichaam koelt af.
Bij een te lage lichaamstemperatuur worden de bloedvaatjes nauwer waardoor je minder warmt verliest. |
|
Brandwonden
Een brandwond is een beschadiging van de huid die veroorzaakt wordt door warmte, een chemische stof of elektriciteit. Op de plaats van de brandwond is de huid stuk en biedt het geen bescherming meer tegen uitdroging en ziekteverwekkers.
Brandwonden kunnen ernstig of minder ernstig zijn. Dat is afhankelijk van de plaats, de grootte en de diepte van de brandwond. De opperhuid kan wel herstellen, maar als de lederhuid kapot gaat kan deze niet worden herstelt.
Brandwonden kunnen ernstig of minder ernstig zijn. Dat is afhankelijk van de plaats, de grootte en de diepte van de brandwond. De opperhuid kan wel herstellen, maar als de lederhuid kapot gaat kan deze niet worden herstelt.
Ruiken
|
Boven in de neusholte bevindt zich het reukzintuig. De reukzintuigcellen liggen in het neusslijmvlies. Geurmoleculen lossen op in de slijmlaag en prikkelen de receptoren op de reukzintuigcellen. Deze sturen vervolgens impulsen naar de hersenen. |
Een geur kan bestaan uit verschillende geurstoffen. In het neusslijmvlies liggen daarom verschillende typen reukzintuigcellen. Elk type is gevoelig voor een bepaalde geurstof.
Hierdoor ontstaat een patroon van verschillende impulsen die in je hersenen worden verwerkt tot een specifieke geur. |
|
Proeven
|
In het oppervlak van je tong bevindt zich het smaakzintuig. Je tong is niet glad, maar er lopen heel veel fijne groefjes door. In het oppervlak van deze groefjes liggen de smaakknopjes.
Deze smaakknopjes bestaan uit dicht op elkaar gepakte smaakzintuigcellen. Molleculen uit je eten worden opgelost in de speeksel en kunnen dan de receptoren op je smaakzintuigcellen prikkelen. Het patroon van verschillende impulsen worden in je hersenen verwerkt tot een specifieke smaak. |
De smaakzintuigcellen kunnen vijf verschillende smaken onderscheiden: zoet, zuur, zout, bitter en umami (hartig). Voor iedere smaak zijn er aparte smaakzintuigcellen.
Vroeger dacht men dat je je tong kon indelen in gebieden waar je een bepaalde smaak mee kon proeven. DIT KLOPT NIET! Je kunt met je gehele tong alle smaken waarnemen. Per smaakknopje heb je alle type smaakzintuigcellen. |
|
Maak nu de opdrachten van §5.2