§4.2 Botten
In de vorige paragraaf hebben we geleerd dat het skelet bestaat uit verschillende botten. In deze paragraaf gaan we kijken wat bot nou eigenlijk is. Kijk eerst onderstaand filmpje en ga daarna verder met de les.
In het filmpje hebben we gezien dat botweefsel bestaat uit kalk en lijmstof. Kalk is erg hard en zorgt ervoor dat het bot stevig is. De lijmstof zorgt ervoor dat het bot nog een beetje kan buigen. Hierdoor breekt een bot minder snel.
De verhouding van kalk en lijmstof bepaalt hoe stevig en buigzaam een bot is. In kraakbeen zit bijvoorbeeld erg veel lijmstof en maar weinig kalk. Dit zorgt ervoor dat het kraakbeen stevig maar toch buigzaam is. Vouw je oor maar eens dubbel, lukt dat?
De verhouding van kalk en lijmstof bepaalt hoe stevig en buigzaam een bot is. In kraakbeen zit bijvoorbeeld erg veel lijmstof en maar weinig kalk. Dit zorgt ervoor dat het kraakbeen stevig maar toch buigzaam is. Vouw je oor maar eens dubbel, lukt dat?
In het skelet komen dus twee typen weefsels voor: Kraakbeenweefsel en botweefsel. Tussen de cellen van deze weefsels zit tussencelstof. In kraakbeenweefsel liggen de cellen in groepjes bij elkaar in elastische tussencelstof. Deze tussencelstof bestaat vooral uit lijmstof. Kraakbeen komt op veel plekken in het lichaam voor. Zo zit het bijvoorbeeld in je oorschelp, je neus, in je gewrichten en tussen je ribben en borstbeen.
|
Verandering in botweefsel
De botten van kinderen bevatten nog veel lijmstof. Een baby kan gemakkelijk zijn eigen tenen in zijn mond steken. Dat komt doordat het skelet van een baby vooral uit kraakbeen bestaat. Tijdens de groei van een baby wordt dit langzaam vervangen door bot.
Bij het ouder worden neemt de hoeveelheid lijmstof steeds verder af. Daarentegen bevatten de botten van ouderen steeds meer kalkstof. Botten worden hierdoor steeds minder buigzaam en zullen makkelijker breken.
Bij het ouder worden neemt de hoeveelheid lijmstof steeds verder af. Daarentegen bevatten de botten van ouderen steeds meer kalkstof. Botten worden hierdoor steeds minder buigzaam en zullen makkelijker breken.
De schedelbeenderen van een baby zitten nog niet aan elkaar vast. Tussen de botten van de schedel zitten ruimten welke gevuld zijn met bindweefsel. Deze ruimten noemen we fontanellen.
Kijk onderstaand filmpje en maak daarna de opdrachten 1 t/m 10 (blz. 17 t/m 21)