5.1 je omgeving waarnemen
Stel je eens voor dat je op een mooie lentedag over straat loopt. Je ziet mensen op terrasjes zitten, je voelt de warmte van de zon op je huid, je hoort de vogeltjes fluiten en je ruikt de geur van gegrild vlees op een barbecue.
Door al deze prikkels krijg je ook zin om lekker te gaan barbecueën, dus je loopt naar de slager en de supermarkt en koopt daar al je benodigdheden.
Terwijl je in de rij van de kassa wilt gaan staan stoot je per ongeluk tegen de mevrouw die voor je staat. "Ow, sorry mevrouw" zeg je vriendelijk terwijl zij zich omdraait. "geeft niet hoor", zegt ze.
Eenmaal thuis aangekomen steek je de barbecue aan en geniet van een avond vol gezelligheid en lekker eten met je familie.
In dit voorbeeld lees je hoe je dagelijks op prikkels om je heen reageert. Of het nu prettige prikkels zijn zoals in het voorbeeld of minder prettige prikkels, zoals de reactie op het verbranden van de vingers. Je zintuigen ontvangen informatie om je heen, sturen dit naar de hersenen en vervolgens reageer je hierop. je staat dus in contact met je omgeving.
Door al deze prikkels krijg je ook zin om lekker te gaan barbecueën, dus je loopt naar de slager en de supermarkt en koopt daar al je benodigdheden.
Terwijl je in de rij van de kassa wilt gaan staan stoot je per ongeluk tegen de mevrouw die voor je staat. "Ow, sorry mevrouw" zeg je vriendelijk terwijl zij zich omdraait. "geeft niet hoor", zegt ze.
Eenmaal thuis aangekomen steek je de barbecue aan en geniet van een avond vol gezelligheid en lekker eten met je familie.
In dit voorbeeld lees je hoe je dagelijks op prikkels om je heen reageert. Of het nu prettige prikkels zijn zoals in het voorbeeld of minder prettige prikkels, zoals de reactie op het verbranden van de vingers. Je zintuigen ontvangen informatie om je heen, sturen dit naar de hersenen en vervolgens reageer je hierop. je staat dus in contact met je omgeving.
-
Waarnemen
-
zintuigen
-
Zintuigen in de huid
-
zintuigen en hun prikkels
-
Waarnemingstest
<
>
In bovenstaand voorbeeld lees je hoe wij de wereld om ons heen waarnemen. Onze zintuigen vangen prikkels uit de omgeving op en sturen deze informatie naar de hersenen. De hersenen verwerken deze signalen waardoor we de omgeving kunnen waarnemen. Vervolgens kunnen we hier op reageren door bijvoorbeeld te bewegen. |
|
Om je omgeving waar te nemen gebruik je zintuigen. Een zintuig is een orgaan dat reageert op een invloed uit je omgeving. Zo'n invloed noem je een prikkel. Voorbeelden van prikkels zijn licht, geluid, geur, smaak en aanraking. Doordat je zintuigen die prikkels opvangen, kun je allerlei dingen waarnemen. |
Niet iedereen verwerkt deze prikkels op dezelfde manier. Misschien heb je zelf ook wel eens gemerkt dat je soms overprikkeld kan raken als het bijvoorbeeld erg druk is om je heen. Je kunt dan de informatie die je zintuigen doorgeven niet meer goed ordenen in je hoofd. |
|
In je huid liggen zintuigen waarmee je iets uit je omgeving kunt voelen.
De warmtezintuigen reageren wanneer je iets aanraakt dat warmer is dan je huid. De koude zintuigen reageren wanneer je iets aanraakt wat kouder is dan je huid. De drukzintuigen reageren als je huid wordt ingedrukt. De tastzintuigen reageren op lichte aanraking van de huid. |
Met je tastzintuigen kun je waarnemen hoe voorwerpen aanvoelen, bijvoorbeeld glad, ruw, hard of zacht. De tastzintuigen liggen in tastknopjes. Behalve prikkels voor zintuigen kun je ook pijn waarnemen. Pijn neem je waar met pijnpunten. Dat zijn uiteinden van zenuwen. Deze komen niet alleen voor in de huid, maar ook in de dieper gelegen organen. |
Nu we weten hoe je je omgeving kunt waarnemen met je zintuigen gaan we eens een test doen.
Kijk onderstaande video en tel hoevaak de kinderen de bal naar elkaar over gooien
Kijk onderstaande video en tel hoevaak de kinderen de bal naar elkaar over gooien