3.7 Weefselvloeistof & lymfe
-
Instructievideo
-
Weefselvloeistof & Lymfe
<
>
|
In de vorige paragrafen hebben we geleerd dat het bloed onder een hoge druk door het bloedvatenstelsel wordt gepompt. Hierdoor wordt vocht door de wand van de haarvaten naar buiten geperst. Als het vocht buiten de haarvaten is noemen we het weefselvloeistof. Dit bevindt zich tussen de cellen en bevat ook afvalproducten van de cellen.
|
Een deel van dit weefselvloeistof wordt weer door de wand van haarvaten opgenomen in het bloed, maar niet alles. Weefselvloeistof wat niet opgenomen wordt door de wand van de haarvaten, komt terecht in fijne lymfevaten. |
|
|
Deze lymfevaten hebben overlappende cellen waardoor weefselvloeistof gemakkelijk tussen de cellen door een lymfevat in kan stromen. Op het moment dat het weefselvloeistof in een lymfevat zit noemen we het lymfe. |
Het lymfe bestaat uit water met opgeloste stoffen, witte bloedcellen, koolstofdioxide en afvalstoffen. Net als de aders hebben de lymfevaten kleppen. Deze kleppen zorgen ervoor dat de lymfe maar één richting op kan stromen. |
|
|
Verschillende fijne lymfevaten verenigen zich tot grotere lymfevaten. Alle lymfevaten samen vormen het lymfevatenstelsel. |
Uiteindelijk komt alle lymfe terecht in twee grote lymfevaten. De rechterlymfestam of de borstbuis. Beide monden uit in aders die onder de sleutelbeenderen liggen welke vanaf daar uitmonden in de bovenste holle ader. Vanaf nu maakt het lymfe weer deel uit van het bloedplasma. |
|
|
Naast de lymfevaten liggen door het hele lichaam ook meerdere lymfeknopen/ lymfeklieren. Onder andere in de hals, liezen en oksels. Als je ziek bent kunnen deze lymfeklieren opzetten. |
In de lymfeknopen zitten veel witte bloedcellen die het bloed constant controleren op ziekteverwekkers. Hier wordt het lymfe gezuiverd voordat het terugstroomt naar de bloedvaten. Bij een ontsteking verzamelen deze witte bloedcellen zich veelal in de lymfeknopen waardoor deze opzetten. |
|